Bij Nederlands gaat het ook om de betekenis van woorden. Dit zijn de woorden die we tot nu toe moeten kennen:

- Stelselmatig: Volgens een bepaald plan

- Cenocide: Moord op een bepaald ras

- Aspecten: Van verschillende kanten bekijken

- Tenue: Outfit

- Commercieel: op handel gericht

- Coördinator: Iemand die alles regelt

- Open riool: Een riool die niet onder de grond ligt

- Asiel: Aanvraag om ergens te mogen wonen. Bescherming vanwege de staat, aangevraagd door personen die elders door de overheid vervolgd worden kunnen worden

- Notulen: Aantekeningen die gemaakt zijn naar aanleiding van een vergadering over de afspraken die er gemaakt zijn en alles wat er verder is besproken

- Casting director: Iemand die aangeeft wie welke rol krijgt

Wat ook heel belangrijk is bij woordenschat zijn tussen letters

Dit een een PP over tussen letters. Hierin staat precies hou je om moet gaan met tussen letters!

Wat ook bij woordenschat hoort zijn de schrijversdoelen. Dit zijn de vier schrijvers doelen:

- Amuseren

- Activeren

- Informeren

- Overtuigen

Voor een Nederlandse toets moesten we woordjes leren. Wij en onze docente heeft hebben woorden uitgezocht voor het PW. Dit zijn de woorden die wij hebben uitgekozen voor de toets.